Sporten en bewegen bij gebruik insulinepomp

Adviezen sport en bewegen

  1. Controleer voor en na het sporten je bloedglucose.
  2. Stem je maaltijd en insuline af op het tijdstip van sporten. Neem de maaltijd en maaltijdbolus minstens 1 uur voor het sporten. Ga liever niet sporten binnen het eerste uur na de insulinebolus in verband met de piekwerking van insuline. Als de maaltijd erg groot is, sport dan 2 uur na de maaltijd of bewaar een deel van de maaltijd voor na het sporten. Een andere mogelijkheid is om na het sporten te bolussen en te eten. Overleg dit met je diabetesverpleegkundige en diëtist.
  3. Als je beweegt om af te vallen, is het beter om de insuline te verminderen en geen extra koolhydraten te nemen.
  4. Zorg dat je snel opneembare koolhydraten bij je hebt (b.v. dextro of sportdrank).
  5. Vertel je trainer en medesporters dat je diabetes hebt en wat je bij een hypo moet doen.
  6. Zorg voor goede schoenen en sokken.

Hyperglycemie voor het sporten 

Als de bloedglucose spiegel boven 15-16 mmol/l is en je meet ketonen, wacht dan met sporten. Er is dan te weinig insuline beschikbaar en je hebt extra insuline nodig. Als je sportzonder voldoende insuline in je lichaam, zal de bloedglucose spiegel verder stijgen. Het is wenselijk om in deze situatie eerst je bloedwaardes op orde te hebben. Wanneer er ketonen zijn wacht 1-2 uren met sporten. Deze tijd is nodig om de insuline, die je hebt bij gebolust, zijn werk te laten doen.

Bij sport kun je vaak beter in plaats van extra koolhydraten te gebruiken minder insulinebolussen of de basaalstand van de pomp tijdelijk verlagen.

Een richtlijn voor aanpassing van de insuline:

Duur en type van de inspanning Maaltijdbolus (als er binnen 2 uur na de maaltijd gesport wordt Tijdelijke basaalstand tijdens de sport Tijdelijke basaalstand tot 2-8 uur na de sport
30 minuten lichte inspanning 10-30% reductie normaal normaal
30-60 minuten matige inspanning 30-50% reductie 0-50% reductie 0-25% reductie
Meer dan 1 uur matige of zware inspanning 50-75% reductie 20-50% reductie 25-50% reductie

Overleg met je diabetesverpleegkundige hoe je het beste de insuline kunt aanpassen.

Hypoglycemie na sporten

Als je na het sporten en soms zelfs pas ’s avonds of ’s nachts last van hypo’s krijgt, komt dit doordat je glycogeenvoorraad door het intensief sporten was uitgeput en weer wordt aangevuld. Dit kan 8 tot 10 uren na de inspanning optreden en soms zelfs tot 24 – 48 uren na het sporten. De glycogeenvoorraad bevindt zich in je lever en spieren en dit is een voorraadje glucose in de vorm van glycogeen. Deze voorraad wordt gebruikt tijdens het sporten en in rust wordt dit weer aangevuld met glucose uit je bloed. Dit betekent dat je spieren dan meer glucose uit je bloed opnemen en dan kan het bloedglucosegehalte te laag worden, met als gevolg een hypoglycemie. Om dit te voorkomen heb je voor het sporten minder insuline nodig en soms extra koolhydraten tijdens en na het sporten.

Kijk ook eens op het Diaweetje; ‘Sport en bewegen bij diabetes en een insulinepomp’!

Bronnen:

  • Voedingscentrum
  • DNO
  • NDF
  • ISPAD